Taxonomie
Rijk: Animalia (dieren)
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Reptilia (Reptielen)
Orde: Squamata (Schubreptielen)
Onderorde: Lacertilia (Hagedissen)
Familie: Agamidae (Agamen)
Geslacht: Physignathus
Soort: Physignathus cocincinus
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Reptilia (Reptielen)
Orde: Squamata (Schubreptielen)
Onderorde: Lacertilia (Hagedissen)
Familie: Agamidae (Agamen)
Geslacht: Physignathus
Soort: Physignathus cocincinus
Algemeen
Groene wateragamen worden ook wel Chinese wateragamen genoemd. Het zijn boombewoners, maar ze leven ook in ondiepe poelen en op rotspartijen. Ze hebben een grote, driehoekige kop en een stompe snuit. De staart is even lang of langer dan hun lichaam. De staart kan niet worden afgeworpen. Ze worden ongeveer 90 centimeter lang. De groene wateragaam is licht- of donkergroen met een donkere streeptekening op de staart. In hun zij zijn drie of vier lichtere strepen aanwezig en van de ogen tot de nek lopen zwarte strepen (zie foto). Onder hun kop is er een kleine keelwam aanwezig. Op hun rug en staart is er een kam aanwezig. Het lichaam is krachtig gebouwd en zijdelings afgeplat. De tong is dik en breed en is aan het uiteinde voorzien van een klein vorkje. Ze hebben een uitstekend gezichtsvermogen. Groene wateragamen kunnen tussen de 10 en 20 jaar oud worden. In gevangenschap leven ze minder lang. Helaas is dit te wijten aan de goede leefomstandigheden.
Van nature
Ze komen van nature voor in regenwouden in grote delen van Zuidoost-Azië: Thailand, Vietnam, Cambodja en Zuid-China. In het wild leven ze in losse sociale verbanden met 1 dominant mannetje per groep. De mannetjes zijn erg territoriaal en zullen de rivaliserende mannetjes agressief uitdagen. Ze zijn vooral overdag actief. Groene wateragamen vind je meestal op takken en in struiken langs oevers. door hun afgeplatte staart zijn het uitstekende zwemmers. Ze kunnen in tegenstelling tot andere hagedissoorten een tijdje onder water blijven. Het water wordt niet alleen gebruikt om in te zwemmen. In het water doen ze ook hun behoefte. Het zijn niet alleen goede zwemmers, maar ook razendsnelle klimmers en goede springers. Wateragamen zijn ook in staat om rechtop te rennen. Ze communiceren door te knikken met de kop en te zwaaien met hun voorpoten.
Huisvesting
U moet ervoor zorgen dat u minimaal 2 weken voor aanschaf van uw wateragame een volledig ingericht terrarium klaar heeft staan. Het duurt ongeveer 2 weken voor de bodembedekking vocht heeft opgenomen en het klimaat van het terrarium is gestabiliseerd. Groene wateragamen hebben een groot terrarium nodig. Ze moeten genoeg ruimte hebben om te vluchten en zich te verschuilen. Hoe groter, hoe beter. Voor een groep van 2 of 3 wateragamen moet het terrarium minstens 150 x 200 x 100 centimeter zijn. Als u een grotere groep wil huisvesten neemt u best 1 mannetje met meerdere vrouwtjes of enkel vrouwtjes. Mannetjes zijn onderling erg agressief. Als u meerdere wateragamen wil houden laat u ze best eerst voorzichtig aan elkaar wennen. U blijft er best bij wanneer u ze aan elkaar laat wennen zodat u er zeker van bent dat ze elkaar niet aanvallen. Als ze toch zouden vechten moet u ze zo snel mogelijk uit elkaar halen en elk weer in hun eigen terrarium stoppen.
Zorg voor een hygrometer en meerdere thermometers in het terrarium en controleer regelmatig of de omstandigheden in het terrarium eventueel bijgesteld moeten worden.
- De groene wateragame heeft in het terrarium een groot watergedeelte nodig dat ongeveer 40% van het totale bodemoppervlak beslaat. Voor het waterbassin is een aquariumverwarming met thermostaat nodig. De watertemperatuur moet 22- 24°C bedragen. Het water wordt ook als toilet gebruikt daarom moet het watergedeelte ook van een filter worden voorzien. Als het watergedeelte niet voorzien is van een filter moet het water minimaal één keer per dag ververst worden.
- Als bodembedekking kan je gebruik maken van schorssnippers, turfmolm, mos of platen kurkschors. Ook barksoorten zijn erg geschikt en goed verkrijgbaar. Bied tijdens het voorjaar en in de zomer voldoende turfmolm of een mengsel van zand en leem aan. Houd dit goed vochtig zodat de vrouwtjes daarin hun eieren kunnen begraven. Turfmolm of een mengsel van zand en leem moeten ook aanwezig zijn wanneer er enkel vrouwtjes in het terrarium zitten. Dan wordt het enkel gebruikt als bodembedekking en niet gebruikt om de eieren in te begraven.
- De achterwand en de zijwanden van het terrarium moeten bekleed worden met kurk of boomschors niet alleen om extra klimmogelijkheden te bieden, maar ook om hun stress te verminderen. Het water wordt best aan de voorkant van het terrarium geplaatst.
- U moet er ook voor zorgen dat ze goed kunnen schuilen in enkele schuilplaatsen, zoals holle boomstammetjes. In het water zijn er geen schuilmogelijkheden nodig. Het landgedeelte moet voorzien zijn van kunstmatige of echte planten om in te kunnen klimmen. Daarnaast moeten er stevige takken en stronken horizontaal boven het waterbassin liggen om op te rusten.
- Je verwarmt deze plekken best met spots tot 40°C, minstens 1 per dier. De temperatuur op de overige plaatsen moet overdag 28-32°C bedragen. ’s Nachts mag de temperatuur niet onder de 20°C dalen. De luchtvochtigheid moet 80-90% zijn.
- De verlichting moet zo natuurlijk mogelijk lijken. Dit kan door overdag te belichten met speciale UV lampen en warmtespots. Een UV-B-lamp in de bak is onmisbaar omdat de dieren zonder een dergelijke lamp geen vitamine D3 kunnen aanmaken en ernstige problemen in hun calciumstofwisseling zullen krijgen. De lampen mogen 12-14 uur aan liggen. De verlichting in het terrarium zal voldoende warmte geven om het terrarium te verwarmen. Zorg dat de dieren niet in direct contact kunnen komen met de lampen want ze kunnen zich er aan verbranden.
- Ventilatie is ook een must. Dit kan via een rooster aan de onderkant van de voorzijde van het terrarium of aan de bovenkant van het terrarium. Voorkom tocht. ’s Zomers kunnen groene wateragamen als de het 20°C of meer is ook in een buitenterrarium worden gehuisvest.
Zorg voor een hygrometer en meerdere thermometers in het terrarium en controleer regelmatig of de omstandigheden in het terrarium eventueel bijgesteld moeten worden.
Winterrust/winterslaap
Het leefgebied van de Wateragaam is onderhevig aan seizoenswisselingen, de dieren maken ieder jaar een koelere periode mee. Voor de gezondheid van de wateragaam is het van belang dat het dier enige maanden wordt afgekoeld. Vaak willen de wateragamen tijdens de wintermaanden slecht eten en als de temperatuur hoog blijft verlopen de lichaamsprocessen gewoon door. De wateragaam zal vermageren omdat ze meer energie verbruikt hebben dan ze via de voeding binnenkrijgen.
Naast de gezondheidsproblemen die kunnen ontstaan, heeft de winterslaap ook invloed op de vruchtbaarheid van de wateragamen. Tijdens de winterperiode rijpen de eitjes van het vrouwtje en wordt er bij het mannetje sperma aangemaakt. Het is correcter te spreken over “winterrust” omdat de dieren niet echt slapen, maar meer in een semi-verstarde toestand zijn, de lichaamsprocessen verlopen traag, maar het dier is wel bij kennis.
De groene wateragaam kan tijdens de wintermaanden worden gehouden bij een temperatuur va 20-25°C. Bij deze temperatuur wordt er minder voedsel opgenomen en gaan de wateragamen veel slapen. De verlichting moet u verkorten van 12-14 uur naar 8-10 uur per dag. U start best met de lichtduur te verkorten vanaf begin november tot u in december nog maar een lichtduur van 10 uur hebt. Eind januari mag de verlichtingsduur weer naar omhoog. Net als de temperatuur. In begin maart moet alles weer zijn zoals de normale levensomstandigheden. Dieren die in winterrust gaan moeten op voorhand goed gevoerd worden zodat ze voldoende reserves hebben. Tijdens de winterperiode eten de wateragamen nog een beetje. Zorg er dus voor dat er altijd een bakje met fruit en groenten aanwezig is en hier en daar wat krekels. Vers water moet er ook ten alletijde aanwerig zijn.
Dieren jonger dan 2 jaar en dieren die niet helemaal op conditie zijn kunnen het beste gewoon op normale temperaturen gehouden worden gedurende de wintermaanden, deze moeten goed gevoerd worden. Als er dieren tijdens de winterperiode ernstig vermageren, zet ze dan onmiddellijk apart en geef ze weer een temperatuur van 28-32°C. Voer de dieren vervolgens een aantal weken goed, zodat de dieren aangesterkt het nieuwe seizoen kunnen ingaan en eventueel het volgende jaar in winterrust kunnen gaan.
Naast de gezondheidsproblemen die kunnen ontstaan, heeft de winterslaap ook invloed op de vruchtbaarheid van de wateragamen. Tijdens de winterperiode rijpen de eitjes van het vrouwtje en wordt er bij het mannetje sperma aangemaakt. Het is correcter te spreken over “winterrust” omdat de dieren niet echt slapen, maar meer in een semi-verstarde toestand zijn, de lichaamsprocessen verlopen traag, maar het dier is wel bij kennis.
De groene wateragaam kan tijdens de wintermaanden worden gehouden bij een temperatuur va 20-25°C. Bij deze temperatuur wordt er minder voedsel opgenomen en gaan de wateragamen veel slapen. De verlichting moet u verkorten van 12-14 uur naar 8-10 uur per dag. U start best met de lichtduur te verkorten vanaf begin november tot u in december nog maar een lichtduur van 10 uur hebt. Eind januari mag de verlichtingsduur weer naar omhoog. Net als de temperatuur. In begin maart moet alles weer zijn zoals de normale levensomstandigheden. Dieren die in winterrust gaan moeten op voorhand goed gevoerd worden zodat ze voldoende reserves hebben. Tijdens de winterperiode eten de wateragamen nog een beetje. Zorg er dus voor dat er altijd een bakje met fruit en groenten aanwezig is en hier en daar wat krekels. Vers water moet er ook ten alletijde aanwerig zijn.
Dieren jonger dan 2 jaar en dieren die niet helemaal op conditie zijn kunnen het beste gewoon op normale temperaturen gehouden worden gedurende de wintermaanden, deze moeten goed gevoerd worden. Als er dieren tijdens de winterperiode ernstig vermageren, zet ze dan onmiddellijk apart en geef ze weer een temperatuur van 28-32°C. Voer de dieren vervolgens een aantal weken goed, zodat de dieren aangesterkt het nieuwe seizoen kunnen ingaan en eventueel het volgende jaar in winterrust kunnen gaan.
Verzorgen en hanteren
Groene wateragamen zijn goed handtam te maken als ze op jonge leeftijd aan menselijk contact gewend zijn door hen af en toe te hanteren en uit de hand te voeren. Wateragamen zullen zelden bijten als u ze probeert te hanteren. Ze hebben scherpe nagels waarmee ze u kunnen krabben. De nagels mogen niet geknipt worden deze zijn van essentieel belang bij het klimmen. Ze hebben ook een stevige staart waarmee ze klappen kunnen uitdelen.
Was na contact met u groene wateragame u handen met water en zeep. Bij de verzorging van wateragamen is het schoonmaken van het terrarium erg belangrijk. Als het waterbassin niet voorzien is van een filter moet het water dagelijks ververst worden. Zichtbare vuiligheid moet dagelijks worden verwijderd. Het terrarium moet regelmatig geheel schoongemaakt worden. Voor het schoonmaken gebruikt u uitsluitend milde schoonmaak- en desinfectiemiddelen vb: Halamid-D. Spoel alles goed af en droog alles goed af voor u de wateragaam weer in zijn terrarium plaatst.
Was na contact met u groene wateragame u handen met water en zeep. Bij de verzorging van wateragamen is het schoonmaken van het terrarium erg belangrijk. Als het waterbassin niet voorzien is van een filter moet het water dagelijks ververst worden. Zichtbare vuiligheid moet dagelijks worden verwijderd. Het terrarium moet regelmatig geheel schoongemaakt worden. Voor het schoonmaken gebruikt u uitsluitend milde schoonmaak- en desinfectiemiddelen vb: Halamid-D. Spoel alles goed af en droog alles goed af voor u de wateragaam weer in zijn terrarium plaatst.
Gedrag
Deze dieren communiceren met elkaar door met hun voorpoot te zwaaien en met hun kop te knikken. Een bedreigde wateragaam gaat hoog op zijn poten staan en blaast zijn keelzak op. Soms doet hij zijn bek open en zwiept met zijn staart. Zoals eerder aangegeven houden wateragamen van zwemmen. Zonder zwemmogelijkheid vergroot de kans op ziekten. Zwemmen, klimmen en jagen is voor hun een sport. Als ze dit niet kunnen uitvoeren, kunnen ze gestrest raken en zo ziek worden. Geef de dieren voldoende ruimte en houd de bak goed schoon, dan zult u merken dat deze dieren overdag actief zullen zijn. Het zijn geen knuffeldieren. Zeker de wildvangexemplaren zijn schuchter en zullen uit angst vaak tegen de ruiten opbotsen. Dit zorgt voor vervelende verwondingen.
Voeding
Wateragamen zijn omnivoren, ze eten zowel dierlijk als plantaardig voedsel. De voeding van volwassen wateragamen in gevangenschap bestaat voornamelijk uit een variatie van levende prooidieren zoals sprinkhanen, krekels, regenwormen en nestmuisjes (=pinkies). Pinkies zijn kale roze babymuisjes (zie foto). Natte kattenbrokjes kunnen ook als voer gebruikt worden, maar niet iedere wateragaam zal dit opeten. Moriowormen, meelwormen en wasmotlarven bevatten veel vet en zijn daarom niet geschikt als hoofdvoedsel.
Al hun voedsel moet calciumrijk zijn. Voordat de insecten mogen gevoerd worden moeten ze eerst worden bestoven met vitaminen en mineralen vb: Repti-vet. Repti-vet is een calcium fosfor supplement. Calcium en fosfor zijn belangrijk voor de opbouw van de botten en voor de schaal van hun eieren. Het dierlijke voedsel moet worden aangevuld met wat groenvoer zoals andijvie, wortel of paardenbloemen. Af en toe kunt u een kleine hoeveelheid fruit voeren zoals aardbei, framboos, banaan of meloen aanbieden. Ook het groenvoer moet bepoederd worden met een vitaminen- en mineralenmengsel. Volwassen dieren moeten 3 keer per week gevoerd worden. Jonge wateragamen moeten dagelijks gevoerd worden met regenwormen en insecten. Na enkele maanden beginnen ze fruit en groente te eten. Niet gegeten prooidieren moeten uit het terrarium worden verwijderd.
Al hun voedsel moet calciumrijk zijn. Voordat de insecten mogen gevoerd worden moeten ze eerst worden bestoven met vitaminen en mineralen vb: Repti-vet. Repti-vet is een calcium fosfor supplement. Calcium en fosfor zijn belangrijk voor de opbouw van de botten en voor de schaal van hun eieren. Het dierlijke voedsel moet worden aangevuld met wat groenvoer zoals andijvie, wortel of paardenbloemen. Af en toe kunt u een kleine hoeveelheid fruit voeren zoals aardbei, framboos, banaan of meloen aanbieden. Ook het groenvoer moet bepoederd worden met een vitaminen- en mineralenmengsel. Volwassen dieren moeten 3 keer per week gevoerd worden. Jonge wateragamen moeten dagelijks gevoerd worden met regenwormen en insecten. Na enkele maanden beginnen ze fruit en groente te eten. Niet gegeten prooidieren moeten uit het terrarium worden verwijderd.
Voortplanting
Na de winterperiode breekt de paartijd aan voor de Wateragamen. Bij jonge wateragamen is geslachtsbepaling moeilijk. Mannelijke exemplaren zijn forser, de kop is grover en ze gedragen zich dominant tegenover anderen. Mannetjes knikken met hun kop om indruk te maken op de vrouwtjes. Vrouwtjes zijn dus fijner gebouwd en knikken minder met hun kop, maar zwaaien met hun voorpoten als teken van onderdanigheid. Mannelijke dieren hebben vergrote poriën op hun dijbenen, femoraal poriën (zie foto) en op hun anaalschub (preanaal poriën). Vrouwtjes hebben deze poriën ook, maar ze zijn moeilijker te vinden.
De mannelijke wateragamen hebben 2 geslachtsorganen, 1 links en 1 rechts. De geslachtsorganen heten hemipenis, als er over beide organen wordt gesproken spreekt men over hemipenes. De hemipenes liggen verborgen in de staartbasis. Bij een volwassen mannelijke wateragamen zijn de hemipenes te zien als 2 bultjes in de staart, bij de vrouwtjes ontbreken deze bulten.
Tijdens de lente worden de mannetjes agressief en dominant tegenover elkaar en vrouwtjes. Er zullen enkele paringen plaatsvinden. Deze paringen vinden vooral ’s nachts plaats. Als de mannetjes te dominant worden tegenover de vrouwtjes, is het beter om de dieren tijdelijk te splitsen. Het mannetje kan het vrouwtje tijdens de paring in bedwang houden door haar in de nek te bijten,. Dit kan kleine wondjes veroorzaken. Zolang de wondjes niet geïnfecteerd raken moet er niets aan gedaan worden.
Ongeveer 60 dagen na de paring legt het vrouwtje haar eieren. Er worden 6-17 witte eitjes gelegd in een bak met daarin zand of turf. Deze bak moet 20 centimeter diep zijn zodat de eieren begraven kunnen worden. Je kan de eieren laten uitbroeden in een broedstoof. U moet de eieren voorzichtig uitgraven en ervoor zorgen dat de eieren niet worden gedraaid. De eieren moeten in een bakje met vochtig vermiculiet half ingegraven worden. Bij een broedtemperatuur van 28°C komen de eieren na ongeveer 60 dagen uit. Jonge wateragamen moeten in kleine groepjes worden gehouden en in het begin best in kale terrariums huisvesten. Schuilplaatsen zijn in het begin overbodig. Jonge wateragaampjes schuilen liever in de bodembedekking. Als er toch schuilplaatsen aanwezig zijn controleer je ze best iedere dag omdat de krekels zich daar zullen verstoppen. U moet ze zoveel voer geven dat ze zelf op kunnen eten. Ze moeten 3-4 keer per dag gevoerd worden. Je moet er ook voor zorgen dat alle jonge wateragaampjes drinken. Na 10 weken mogen de jongen naar een nieuwe eigenaar.
De mannelijke wateragamen hebben 2 geslachtsorganen, 1 links en 1 rechts. De geslachtsorganen heten hemipenis, als er over beide organen wordt gesproken spreekt men over hemipenes. De hemipenes liggen verborgen in de staartbasis. Bij een volwassen mannelijke wateragamen zijn de hemipenes te zien als 2 bultjes in de staart, bij de vrouwtjes ontbreken deze bulten.
Tijdens de lente worden de mannetjes agressief en dominant tegenover elkaar en vrouwtjes. Er zullen enkele paringen plaatsvinden. Deze paringen vinden vooral ’s nachts plaats. Als de mannetjes te dominant worden tegenover de vrouwtjes, is het beter om de dieren tijdelijk te splitsen. Het mannetje kan het vrouwtje tijdens de paring in bedwang houden door haar in de nek te bijten,. Dit kan kleine wondjes veroorzaken. Zolang de wondjes niet geïnfecteerd raken moet er niets aan gedaan worden.
Ongeveer 60 dagen na de paring legt het vrouwtje haar eieren. Er worden 6-17 witte eitjes gelegd in een bak met daarin zand of turf. Deze bak moet 20 centimeter diep zijn zodat de eieren begraven kunnen worden. Je kan de eieren laten uitbroeden in een broedstoof. U moet de eieren voorzichtig uitgraven en ervoor zorgen dat de eieren niet worden gedraaid. De eieren moeten in een bakje met vochtig vermiculiet half ingegraven worden. Bij een broedtemperatuur van 28°C komen de eieren na ongeveer 60 dagen uit. Jonge wateragamen moeten in kleine groepjes worden gehouden en in het begin best in kale terrariums huisvesten. Schuilplaatsen zijn in het begin overbodig. Jonge wateragaampjes schuilen liever in de bodembedekking. Als er toch schuilplaatsen aanwezig zijn controleer je ze best iedere dag omdat de krekels zich daar zullen verstoppen. U moet ze zoveel voer geven dat ze zelf op kunnen eten. Ze moeten 3-4 keer per dag gevoerd worden. Je moet er ook voor zorgen dat alle jonge wateragaampjes drinken. Na 10 weken mogen de jongen naar een nieuwe eigenaar.
Ziekten
Ook een groene wateragaam kan net zoals alle andere dieren ziek worden. Als u twijfels heeft over de gezondheid van u dier, neemt u best zo snel mogelijk contact op met de dierenarts om hem te behandelen.
Mogelijke symptomen voor ziekten zijn:
Mogelijke symptomen voor ziekten zijn:
- lusteloos
- geen eetlust
- weinig bewegen
- moeilijk ademen
- afwijkende ontlasting
- diarree
- geen ontlasting
- braken
Benodigde ervaring
Groene wateragamen vragen veel verzorging en zijn nerveuze dieren. Groene wateragamen zijn niet geschikt voor beginners.