Taxonomie
![Foto](/uploads/6/5/5/5/65557571/8435691.jpg?373)
Rijk: Animalia (Dieren)
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Reptilia (Reptielen)
Orde: Squamata (Schubreptielen)
Onderorde: Serpentes (Slangen)
Famillie : Colubridae (Gladde slangen)
Geslacht : Pantherophis
Soort : Pantherophis guttatus
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Reptilia (Reptielen)
Orde: Squamata (Schubreptielen)
Onderorde: Serpentes (Slangen)
Famillie : Colubridae (Gladde slangen)
Geslacht : Pantherophis
Soort : Pantherophis guttatus
Algemeen
Rode rattenslangen worden ook wel korenslangen genoemd. Het zijn zachtaardige, niet-giftige slangen. Ze hebben grote vlekken over de hele dorsale zijde van hun lichaam. Hun ventrale zijde is meestal zwart-wit geruit (zie foto 1). Er zijn vreselijk veel kleurenpatronen in aanbieding en tegenwoordig kan men zelfs longitudinaal gestreepte exemplaren vinden. Foto’s van verscheidene kleurpatronen vindt u HIER. De rattenslang wordt gemiddeld 70 cm tot 180 cm lang. In warmere klimaten zullen ze kleiner zijn, maximum tot 48 cm. Mannelijke exemplaren zijn groter dan vrouwtjes. Jongen zijn lichter gekleurd en meten 20 tot 35 cm. Ze wegen gemiddeld 900 g.
Vaak worden ze verward met de giftige koperkop (Agkistrodon contortrix) (zie foto 2). Korenslangen zijn echter volledig ongevaarlijk en zelfs gunstig voor de mens. Ze helpen de populatie wilde knaagdieren, die gewassen beschadigen en ziektes verspreiden intomen. Ondanks de grote pupillen hebben rattenslangen een slecht zicht. Ze zijn volledig afhankelijk van hun olfactorische zintuigen.
Vaak worden ze verward met de giftige koperkop (Agkistrodon contortrix) (zie foto 2). Korenslangen zijn echter volledig ongevaarlijk en zelfs gunstig voor de mens. Ze helpen de populatie wilde knaagdieren, die gewassen beschadigen en ziektes verspreiden intomen. Ondanks de grote pupillen hebben rattenslangen een slecht zicht. Ze zijn volledig afhankelijk van hun olfactorische zintuigen.
Van nature
Rattenslangen worden gevonden van het oosten tot het zuiden van de Verenigde Staten, maar ook zo ver als Noord-Mexico. De P. guttatus emoryi (Great Plains rat snakes) gaat een territorium hebben dat groter en kleiner wordt met de seizoenen. Ze zullen het grootst zijn in de late lente en vroege herfst. Hun leefgebieden overlappen elkaar niet.
Er zijn een twee ondersoorten bekend: Pantherophis guttatus guttatus, ofwel de gewone rode rattenslang en de P. guttatus emoryi.
Ze worden gevonden in een wijde variëteit aan habitats: dit kan gaan van een loofbos tot stenige gebieden, waar de vele spleten en stammen als nesten fungeren. Maar ze worden ook gevonden in velden, grassige gebieden en in schuren. Ze leven in gebergten tot op hoogtes van 1800m, maar ze verkiezen toch de laagtes. Ze hebben weinig natuurlijke predatoren. Het gaat vooral over grotere slangen en roofvogels. Vleesetende zoogdieren kunnen ook al eens korenslangen eten. De voornaamste manier om aan predatoren te ontkomen is door het camoufleren en vluchten.
Er zijn een twee ondersoorten bekend: Pantherophis guttatus guttatus, ofwel de gewone rode rattenslang en de P. guttatus emoryi.
Ze worden gevonden in een wijde variëteit aan habitats: dit kan gaan van een loofbos tot stenige gebieden, waar de vele spleten en stammen als nesten fungeren. Maar ze worden ook gevonden in velden, grassige gebieden en in schuren. Ze leven in gebergten tot op hoogtes van 1800m, maar ze verkiezen toch de laagtes. Ze hebben weinig natuurlijke predatoren. Het gaat vooral over grotere slangen en roofvogels. Vleesetende zoogdieren kunnen ook al eens korenslangen eten. De voornaamste manier om aan predatoren te ontkomen is door het camoufleren en vluchten.
Huisvesting
Voor pasgeborene slangen kunt u beter een kleiner terrarium gebruiken omdat de jonge rattenslang zich niet op zijn gemak zal voelen in een te grote ruimte. Een terrarium van 30x20x20 centimeter is meer dan groot genoeg. Na een 8-tal maanden kan u vergroten naar een terrarium van 45x45 centimeter. Aan een leeftijd van 2 jaar en meer zal een terra van 80x50x50 nodig zijn. Uiteindelijk zal een uitbreiding tot 120cm onontkoombaar zijn. Ze zijn meesters in ontsnappen!! Het terrarium moet dan ook goed afgesloten kunnen worden, liefst met een slot. Zet het op een rustige, trillingvrije plek en niet in de zon.
De waterbak moet groot genoeg zijn voor de slang om erin te kunnen liggen, dit doen ze soms voor ze gaan vervellen. Daarnaast zijn er veel zaken waar op moet gelet worden:
De waterbak moet groot genoeg zijn voor de slang om erin te kunnen liggen, dit doen ze soms voor ze gaan vervellen. Daarnaast zijn er veel zaken waar op moet gelet worden:
- In de terra moeten verschillende temperatuurzones zijn zodat de slang kan kiezen hoe warm hij wil zitten. Dit kunt u doen met behulp van een warmtelamp of warmtemat aan één zijde van het terrarium. Ideaal zou zijn dat de temperatuur op de warme plaatsen tussen 29 en 31°C ligt. Op de koude plaatsen mag dit 25 à 26°C zijn. De dagtemperatuur moet tussen 24 en 30°C liggen. ’s Nachts mag de temperatuur iets zakken tot ongeveer 21 tot 27 graden.
- Voor verlichting kunt u een gewone 60 Watt lamp gebruiken in het warme deel van de bak. Daarnaast is UV-licht nodig voor de aanmaak van vitamine D. Dat geldt overigens niet voor de ‘snow’-kleurvariant. Omdat zij geen beschermend pigment aanmaken, mogen ze geen UV licht krijgen. UV-lampen gaan vaak niet zo lang mee, controleer hoeveel UV-licht de lamp nog uitzendt of vervang de lamp elke 4 maanden. Warmtebronnen moeten afgeschermd worden zodat de slang zich er niet omheen kan wikkelen en verbranden. Gebruik om deze reden ook geen rotsverwarming.
- De vochtigheidsgraad moet liggen tussen de 40 en 60%. Gebruik een hygrometer om deze parameter regelmatig te controleren.
- Als bodembedekker voor jonge of in quarantaine geplaatste slangen wordt (kranten)papier aangeraden. Dit is makkelijk te vervangen tijdens het schoonmaken. Voor een permanente huisvesting voldoen houtsnippers te vinden in elke dierenwinkel.
Gebruik geen cederhout want dat is giftig! Ook zand is niet geschikt omdat het ingeslikt kan worden. Het neemt te weinig vuil op. Bovendien komt het tussen de schubben en gaat het de huid irriteren. - Om stress te voorkomen moet er voor een aantal schuilplaatsen gezorgd worden. Minstens 2 verstopplaatsen zijn vereist. Één in het koude gedeelte en één in het warme gedeelte.
Winterrust/winterslaap
In het wild zijn de rode rattenslang onderhevig aan seizoenswisselingen. Ze maken ieder jaar een winter mee en die zijn milder dan de winters bij ons. Voor de gezondheid van de slang is het van belang dat het dier in winterrust gaat. Vaak willen de slangen tijdens de wintermaanden slecht eten en als de temperatuur hoog blijft, verlopen de lichaamsprocessen gewoon door. De slang zal vermageren omdat het dier meer energie verbruikt dan dat het via de voeding binnenkrijgt.
Hoe u de winterrust op gang brengt, leest u hier.
Dieren jonger dan 2 jaar en dieren die niet helemaal op conditie zijn, kunnen het beste gewoon op normale temperaturen gehouden worden gedurende de wintermaanden, deze kunnen gewoon doorgevoerd worden. De winterrust is ook van belang om de voortplanting te stimuleren. Tijdens de winterperiode wordt bij het mannetje sperma aangemaakt en beginnen bij het vrouwtje de eieren te rijpen.
Hoe u de winterrust op gang brengt, leest u hier.
Dieren jonger dan 2 jaar en dieren die niet helemaal op conditie zijn, kunnen het beste gewoon op normale temperaturen gehouden worden gedurende de wintermaanden, deze kunnen gewoon doorgevoerd worden. De winterrust is ook van belang om de voortplanting te stimuleren. Tijdens de winterperiode wordt bij het mannetje sperma aangemaakt en beginnen bij het vrouwtje de eieren te rijpen.
Verzorgen en hanteren
Rode rattenslangen bijten zelden en kunnen met de blote hand gepakt worden. Let er wel op dat de slang na het voeren 2 à 3 dagen met rust gelaten wordt, zeker jonge slangen willen hun voedsel anders wel nog eens uitbraken. Als een rode rattenslang bijt resulteert dit meestal in een wonde vergelijkbaar met een schaafwond, deze hoeft vaak alleen maar ontsmet te worden.
Hanteer een dier rustig en beheerst. Niet knijpen. De slang is bewegelijk maar over het algemeen rustig in de omgang en goed hanteerbaar. In het wild is de slang vooral ’s avonds en ’s nachts actief, maar overdag laten ze zich ook soms zien.
Ze worden als ideale beginnersslang gezien wegens de beperkte grootte, het rustige gedrag en de ruime eisen voor de verzorging. Tevens zijn de kleuren aantrekkelijk.
Hanteer een dier rustig en beheerst. Niet knijpen. De slang is bewegelijk maar over het algemeen rustig in de omgang en goed hanteerbaar. In het wild is de slang vooral ’s avonds en ’s nachts actief, maar overdag laten ze zich ook soms zien.
Ze worden als ideale beginnersslang gezien wegens de beperkte grootte, het rustige gedrag en de ruime eisen voor de verzorging. Tevens zijn de kleuren aantrekkelijk.
Gedrag
Rond de periode van het vervellen, kunnen rattenslangen agressief en teruggetrokken reageren. Eerste tekenen van een vervelling zijn het dof worden van de pupillen en de kop. Ze zullen dan hun neus tegen rotsen en takken wrijven om de huid rond hun hoofd te laten lossen. Wanneer dat gelukt is, zullen ze (in gezonde toestand) de rest van hun huid in één deel van zich af laten glijden door vooruit te gaan. Tijdens het vervellen, zal hun appetijt wegvallen. In gevangenschap zijn korenslangen over het algemeen dagdieren, maar wanneer ze in warmere klimaten zijn, zullen ze eerder tijdens schemering actief zijn, zoals in het wild.
Voeding
Rattenslangen zijn carnivoor en eten niet vaak. In het wild zullen ze om de paar dagen eten. Ze zullen hun prooi wurgen en alles wat kleiner is dan zij, kan een prooi zijn. Ook andere korenslangen. Meer dan 50% van hun dieet bestaat uit knaagdieren en kleine zoogdieren. In Florida, bijvoorbeeld, zal dit voornamelijk bestaan uit andere reptielen en amfibieën. Ze zullen ook in bomen klimmen en eieren van vogels gaan opeten.
U kunt ze het beste muizen voeren. Een pasgeboren rattenslang zal na 5 tot 10 dagen vervellen, daarna kunt u hem voor het eerst voeren met een babymuis. Jonge dieren (tot 1 jaar oud) kunnen het beste om de 5 dagen een prooidier aangeboden krijgen. Volwassen dieren om de 7 à 10 dagen.
Wanneer een slang niet direct wil eten, probeer het dan na een aantal dagen nog eens. Slangen kunnen een behoorlijke tijd zonder voedsel. Let wel op wanneer de slang te lang niet eet (ongeveer 3 tot 4 weken). Het aangeboden prooidier mag in de regel niet groter zijn dan de diameter van het slangenlichaam op het dikste punt. (Voor hele jonge slangen gaat dit niet op, zij mogen iets grotere prooien hebben). Zorg altijd voor vers drinkwater.
U kunt ze het beste muizen voeren. Een pasgeboren rattenslang zal na 5 tot 10 dagen vervellen, daarna kunt u hem voor het eerst voeren met een babymuis. Jonge dieren (tot 1 jaar oud) kunnen het beste om de 5 dagen een prooidier aangeboden krijgen. Volwassen dieren om de 7 à 10 dagen.
Wanneer een slang niet direct wil eten, probeer het dan na een aantal dagen nog eens. Slangen kunnen een behoorlijke tijd zonder voedsel. Let wel op wanneer de slang te lang niet eet (ongeveer 3 tot 4 weken). Het aangeboden prooidier mag in de regel niet groter zijn dan de diameter van het slangenlichaam op het dikste punt. (Voor hele jonge slangen gaat dit niet op, zij mogen iets grotere prooien hebben). Zorg altijd voor vers drinkwater.
Voortplanting
![Foto](/uploads/6/5/5/5/65557571/7011699_orig.png)
Gedurende het paringsseizoen zullen de slangen elkaar opzoeken door gebruik van feromonen. Mannelijke slangen zullen vechten en de meest dominante zal paren met het vrouwtje. Dominantie wordt vertoond door een reeks van spastische bewegingen waardoor het andere mannetje beperkt wordt in zijn beweging. In het wild leggen vrouwtjes maar ééns per jaar eieren. In gevangenschap loopt het op tot twee maal per jaar. Ze kan vruchtbare eieren produceren binnen de paar dagen na het leggen van haar eerste nest.
Vanaf een leeftijd van 16 tot 18 maanden zijn ze seksueel rijp. Hun paringsseizoen loopt van maart tot mei en in het zuiden, het volledige jaar rond. Dracht duurt 35 tot 68 dagen en vrouwtjes leggen 10 tot 15 eieren (tot wel 30). Reptieleieren hebben geen hagelsnoeren (zie foto). Zorg ervoor dat de eieren in dezelfde positie blijven liggen zoals ze gelegd zijn, anders sterft het embryo af. Na ongeveer 50 dagen komen de kleine slangen uit het ei. Ze zullen uitkomen tussen juli en september. Niet alle gezonde eitjes komen uit. Soms kunnen de jongen niet door de harde eischaal heen breken. Ze krijgen gemiddeld 12 jongen.
Rattenslangen zorgen niet voor hun jongen. De mannetjes zullen het vrouwtje verlaten na het bevruchten van de eieren en de vrouwtjes verlaten hun nest na het leggen. Daarom is het aangeraden om eitjes in een broedstoof te plaatsen aan een temperatuur tussen 26 en 30°C met een luchtvochtigheid van 100%.
Jonge rattenslangen zijn volledig ontwikkeld wanneer ze uit het ei komen. Na een week ondergaan ze hun eerste vervelling. Slangen zullen hun volledige leven blijven vervellen. Een vervelling komt tot stand omdat een jong groeit, maar de epidermis groeit niet mee.
De oudste korenslang in gevangenschap ooit bijgehouden werd 32 jaar.
Vanaf een leeftijd van 16 tot 18 maanden zijn ze seksueel rijp. Hun paringsseizoen loopt van maart tot mei en in het zuiden, het volledige jaar rond. Dracht duurt 35 tot 68 dagen en vrouwtjes leggen 10 tot 15 eieren (tot wel 30). Reptieleieren hebben geen hagelsnoeren (zie foto). Zorg ervoor dat de eieren in dezelfde positie blijven liggen zoals ze gelegd zijn, anders sterft het embryo af. Na ongeveer 50 dagen komen de kleine slangen uit het ei. Ze zullen uitkomen tussen juli en september. Niet alle gezonde eitjes komen uit. Soms kunnen de jongen niet door de harde eischaal heen breken. Ze krijgen gemiddeld 12 jongen.
Rattenslangen zorgen niet voor hun jongen. De mannetjes zullen het vrouwtje verlaten na het bevruchten van de eieren en de vrouwtjes verlaten hun nest na het leggen. Daarom is het aangeraden om eitjes in een broedstoof te plaatsen aan een temperatuur tussen 26 en 30°C met een luchtvochtigheid van 100%.
Jonge rattenslangen zijn volledig ontwikkeld wanneer ze uit het ei komen. Na een week ondergaan ze hun eerste vervelling. Slangen zullen hun volledige leven blijven vervellen. Een vervelling komt tot stand omdat een jong groeit, maar de epidermis groeit niet mee.
De oudste korenslang in gevangenschap ooit bijgehouden werd 32 jaar.
Ziekten
Het is moeilijk om alle ziektes te omschrijven. Bij twijfel is het aangeraden zo snel mogelijk een dierenarts te contacteren.
Aanwijzingen voor mogelijke ziekten kunnen zijn:
Aanwijzingen voor mogelijke ziekten kunnen zijn:
- Lusteloos gedrag
- Slechte eetlust
- Weinig bewegen (bij een normaliter actief dier)
- Moeilijk ademen, met de bek open ademen (dit kan wijzen op luchtweginfecties)
- Afwijkende ontlasting, diarree, abnormaal ruikende ontlasting of geen ontlasting (kan wijzen op besmetting met darmparasieten of bacteriële ontsteking.
- Braken of regurgiteren (opgeven) van voedsel
- Kleine rode of zwarte spinachtige beestjes die over uw dier lopen. (mijt)
Benodigde ervaring
Voor op een verantwoorde wijze een rode rattenslang te houden is er geen specifieke ervaring nodig. De rattenslang is geschikt voor beginnende slangenhouders. Zorg er wel voor dat u zich voor aanschaf van een rattenslang goed informeert.