Taxonomie
Rijk: Animalia (Dieren)
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Reptilia (Reptielen)
Orde: Squamata (Schubreptielen)
Onderorde: Lacertilia
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Reptilia (Reptielen)
Orde: Squamata (Schubreptielen)
Onderorde: Lacertilia
Zicht
De ogen zijn relatief klein en altijd duidelijk zichtbaar. Ze zijn aan de zijkant van de kop gepositioneerd. De meeste hagedissen hebben beweeglijke oogleden, maar sommige groepen (zoals de gekko’s) hebben dit niet. Het onderste ooglid is bij deze hagedissen over de oogbal vergroeid met het bovenste ooglid en vormt een beschermende laag en wordt regelmatig afgelikt met de tong om het schoon te houden.
Sommige hagedissen, zoals de slangenooghagedis, hebben beweeglijke oogleden die doorzichtig zijn. Zo kunnen ze met gesloten oogleden toch goed zien. Het oog wordt bij de soorten met beweeglijke oogleden beschermt door een knipvlies, dat zich sluit in een reflex, dit zogenaamde ‘derde ooglid’ komt ook voor bij andere reptielen. Het ontbreekt echter bij de meeste gekko’s, die hierdoor op geen enkele manier hun ogen kunnen sluiten.
Foto’s vlnr: luipaardgekko, Roodkeelanolis, steppevaraan, wimpergekko, baardagaam
Sommige hagedissen, zoals de slangenooghagedis, hebben beweeglijke oogleden die doorzichtig zijn. Zo kunnen ze met gesloten oogleden toch goed zien. Het oog wordt bij de soorten met beweeglijke oogleden beschermt door een knipvlies, dat zich sluit in een reflex, dit zogenaamde ‘derde ooglid’ komt ook voor bij andere reptielen. Het ontbreekt echter bij de meeste gekko’s, die hierdoor op geen enkele manier hun ogen kunnen sluiten.
Foto’s vlnr: luipaardgekko, Roodkeelanolis, steppevaraan, wimpergekko, baardagaam
![Foto](/uploads/6/5/5/5/65557571/5230821.jpg?198)
De pupil van hagedissen kan rond, ovaal of spleetvormig zijn. De dagactieve soorten hebben een ronde pupil. De nocturne hagedissen hebben vaak een spleetvormige, verticale pupil. De iris kan verschillende kleuren hebben.
Veel hagedissen, zoals leguanen en agamen hebben een derde oog, dat gelegen is op het midden van de bovenzijde van de kop. Dit ‘oog’ is zeer primitief en anatomisch niet te vergelijken met de andere ogen, het bestaat uit lichtgevoelige cellen onder de huid, die in directe verbinding staan met de epifyse. Het derde oog speelt een rol bij het bepalen van het dag- en nachtritme van de hagedis. Ook kunnen van boven aanstormende vijanden worden opgemerkt zoals roofvogels, omdat deze een verandering van het invallende licht veroorzaken die door het derde oog kan worden opgemerkt.
Veel hagedissen, zoals leguanen en agamen hebben een derde oog, dat gelegen is op het midden van de bovenzijde van de kop. Dit ‘oog’ is zeer primitief en anatomisch niet te vergelijken met de andere ogen, het bestaat uit lichtgevoelige cellen onder de huid, die in directe verbinding staan met de epifyse. Het derde oog speelt een rol bij het bepalen van het dag- en nachtritme van de hagedis. Ook kunnen van boven aanstormende vijanden worden opgemerkt zoals roofvogels, omdat deze een verandering van het invallende licht veroorzaken die door het derde oog kan worden opgemerkt.
Geur
De tong van de hagedissen dient niet om mee te proeven, maar voornamelijk om te ruiken. Net als bij de slangen, wordt de tong regelmatig uit de bek gestoken om zo geurdeeltjes op te vangen die naar het orgaan van Jacobson worden gebracht.
De tong kan ook gebruikt worden om te drinken door de dauwdruppels op te likken. Na een maaltijd wordt de bek ook schoon gelikt met de tong om voedselresten te verwijderen.
De gekko’s, die in de regel geen beweeglijke oogleden hebben, likken met de tong hun ooglid schoon.
De tong kan ook gebruikt worden om te drinken door de dauwdruppels op te likken. Na een maaltijd wordt de bek ook schoon gelikt met de tong om voedselresten te verwijderen.
De gekko’s, die in de regel geen beweeglijke oogleden hebben, likken met de tong hun ooglid schoon.
Gehoor
Hagedissen hebben uitwendige ooropeningen, in tegenstelling tot slangen, en een goed ontwikkeld binnenoor. Ze kunnen geluiden waarnemen maar gaan voornamelijk af op vibraties in de grond. Hierdoor kunnen ze prooien opsporen en vijanden ontwijken voordat ze de hagedis opgemerkt hebben.
De aanwezigheid van de externe ooropening achter de ogen is een van de duidelijkste verschillen tussen slangen en pootloze hagedissen (zie foto), aangezien het al dan niet voorkomen van oogleden niet bij alle soorten uitsluitsel biedt.
De aanwezigheid van de externe ooropening achter de ogen is een van de duidelijkste verschillen tussen slangen en pootloze hagedissen (zie foto), aangezien het al dan niet voorkomen van oogleden niet bij alle soorten uitsluitsel biedt.
Winterrust op gang brengen
De winterrust of winterslaap is een staat waarbij het tempo van het metabolisme daalt alsmede de groei, de hartslag en lichaamstemperatuur. Dit is te bereiken door een verlaging van het ademhalingsritme. Deze periode duurt ongeveer 6 maanden. Door gebruik te maken van vetreserves die tijdens de warme maanden werden opgeslagen, kan het dier het zo langere tijd uithouden.
Het voordeel hiervan is dat een dier tijdens de winter kan overleven, zonder energie te besteden aan het zoeken van voedsel.
Reptielen die een winterrust houden, kunnen in deze periode best wel in beweging zijn. Vooral in het begin van de winterslaap moeten de dieren gelegenheid hebben om zich een paar keer op te warmen als dit nodig is.
Het voordeel hiervan is dat een dier tijdens de winter kan overleven, zonder energie te besteden aan het zoeken van voedsel.
Reptielen die een winterrust houden, kunnen in deze periode best wel in beweging zijn. Vooral in het begin van de winterslaap moeten de dieren gelegenheid hebben om zich een paar keer op te warmen als dit nodig is.
Voeding
De meeste hagedissen zijn carnivoor. Ze eten levende prooidieren en zijn meestal niet erg kieskeurig. Ze pakken alles wat beweeglijk, niet gevaarlijk lijkt, er eetbaar uitziet en in de bek past. De kleinere hagedissen eten voornamelijk insecten, slakken en andere kleine ongewervelden. Grotere soorten eten ook wel muizen of andere hagedissen. Veel hagedissen zijn erg kannibalistisch. De heel grote soorten zoals varanen jagen actief op grotere prooien zoals knaagdieren of vogels.
De groene leguaan is een uitzondering. Als juveniel jagen ze op prooien maar eenmaal ze volwassen zijn, zullen ze hun dieet aanpassen en enkel planten eten. Dit fenomeen komt wel meer voor bij een aantal grotere leguaanachtigen.
De groene leguaan is een uitzondering. Als juveniel jagen ze op prooien maar eenmaal ze volwassen zijn, zullen ze hun dieet aanpassen en enkel planten eten. Dit fenomeen komt wel meer voor bij een aantal grotere leguaanachtigen.