Taxonomie
![Foto](/uploads/6/5/5/5/65557571/8038711.jpg?316)
Rijk: Animalia (Dieren)
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Reptilia (Reptielen)
Orde: Squamata (Schubreptielen)
Onderorde: Lacertilia (Hagedissen)
Familie: Eublepharidae
Geslacht: Eublepharis
Soort: Eublepharis macularius
Stam: Chordata (Chordadieren)
Klasse: Reptilia (Reptielen)
Orde: Squamata (Schubreptielen)
Onderorde: Lacertilia (Hagedissen)
Familie: Eublepharidae
Geslacht: Eublepharis
Soort: Eublepharis macularius
Algemeen
![Foto](/uploads/6/5/5/5/65557571/2068745.jpg?325)
Luipaardgekko’s zijn kleine hagedissen die vaak als huisdier worden gehouden. Het zijn grondgekko’s. In tegenstelling tot de andere gekko’s hebben ze beweegbare oogleden en tenen met nagels. Luipaardgekko’s zijn ‘s nachts en in de schemering actief. Ze hebben een plat lichaam, grote ogen en worden ongeveer 25 centimeter lang. De staart bestaat uit segmentjes en is iets korter dan de rest van het lichaam. In de staart kan vet worden opgeslagen om als reserve te dienen. Luipaardgekko’s kunnen tot 20 jaar oud worden.
Ze zijn meestal wit-geel met bruine en zwarte vlekken en, als ze jong zijn hebben ze gele banden (zie foto). Er bestaan heel veel verschillende kleurvormen zoals: Albino, Hypo, Patternless, High Yellow, Tangerine. Er bestaan ook ‘giant’ vormen, die langer en zwaarder kunnen worden dan de gewone luipaardgekko.
Ze zijn meestal wit-geel met bruine en zwarte vlekken en, als ze jong zijn hebben ze gele banden (zie foto). Er bestaan heel veel verschillende kleurvormen zoals: Albino, Hypo, Patternless, High Yellow, Tangerine. Er bestaan ook ‘giant’ vormen, die langer en zwaarder kunnen worden dan de gewone luipaardgekko.
Van nature
De luipaardgekko komt voor in Iran, Pakistan, Afghanistan en India. Ze leven in halfdroge steenachtige gebieden. Het zijn grondgekko’s die overdag schuilen in holen en als het donker wordt gaan jagen op insecten en andere kleine dieren. Ze kunnen niet, zoals veel andere gekko’s dat wel kunnen, tegen verticale oppervlakken blijven plakken. Ze kunnen wel goed klimmen. Als een luipaardgekko wordt aangevallen door een roofdier kan hij een deel van zijn staart afstoten. In de staart zitten breekpunten op verschillende plaatsen. De breekpunten starten vanaf de zesde staartwervel. De afgeworpen staart blijft nog even bewegen, waardoor het roofdier wordt afgeleid en de gekko kan ontsnappen. Het missende deel van de staart groeit weer aan, maar heeft geen wervels meer. Het nieuwe deel van de staart bestaat enkel uit kraakbeen in plaats van uit bot, de structuur van de huid wijkt af en de kleur is ook niet meer hetzelfde.
Huisvesting
![Foto](/uploads/6/5/5/5/65557571/330166.jpg?488)
Als je een luipaardgekko in huis haalt, zorg je best dat het terrarium al klaar staat. Zodat je de luipaardgekko er onmiddellijk kan in huisvesten. Voor een paartje luipaardgekko’s heeft u een terrarium van minstens 80 x 40 x 40 centimeter nodig. Groter is altijd beter. Het terrarium zet u op een rustige plaats en maak geen bruuske bewegingen in de buurt van het terrarium. Een slot is handig om te zorgen dat kinderen niet zonder toezicht bij de gekko’s kunnen. Als u een grotere groep wilt huisvesten, neemt u best 1 mannetje met meerdere vrouwtjes of alleen vrouwtjes. Mannetjes zijn onderling erg agressief.
Zorg ervoor dat het terrarium een achterwand heeft en geen doorkijkterrarium is. Kurk gebruikt u best niet omdat het moeilijk is te reinigen.
Het terrarium moet tochtvrij en goed geventileerd zijn.
Zorg ervoor dat het terrarium een achterwand heeft en geen doorkijkterrarium is. Kurk gebruikt u best niet omdat het moeilijk is te reinigen.
- Als bodembedekking is het aangeraden grof zand (metselzand), beukensnippers of Calci-zand te gebruiken. Calci-zand is een product dat volledig verteerbaar is en voor een goede calciumhouding zorgt. De bodembedekking moet ongeveer 5 tot 10 centimeter diep zijn, zodat de gekko’s kunnen graven.
- De temperatuur van het terrarium moet tussen de 25 en 35°C liggen. Het is verdeeld in warme plekken (onder de warmtebron) en koelere plaatsen. ‘s Nachts mag de temperatuur dalen tot 20 – 25°C. Bij een glazen terrarium kunt u de bodem verwarmen met een warmtemat, maar u moet ervoor zorgen dat u steeds de warme en koelere plaatsen blijft behouden.
- UV-lampen zijn belangrijk voor de calciumstofwisseling van de luipaardgekko’s. Als u UV-gloeilampen gebruikt moet u deze 12 uur per dag laten aanstaan. Zodat ze een vast dag-nacht ritme hebben. U moet zeker oppassen dat de gekko’s zich niet kunnen verbranden aan de lampen.
- Huiskamerluchtvochtigheid voldoet aan de eisen voor een luipaardgekko. Je kan het terrarium verder inrichten met platte ligstenen en stukken hout om een mooi en natuurlijk effect te creëren.
- Er moeten schuilplaatsen aanwezig zijn tussen de stenen en het hout. Planten, zowel echte als kunstplanten kunnen in het terrarium geplaatst worden als inrichting. Levende planten worden wel vaak opgegeten door krekels. Daarom kies je beter voor kunstplanten.
- Een waterbak mag zeker niet ontbreken, hoewel luipaardgekko’s van nature niet gewend zijn om stilstaand water te drinken willen ze soms toch een slokje nemen. Zorg voor een waterbak waar 1 luipaardgekko in kan liggen. Let er uiteraard wel op dat de waterbak niet te diep is en dat de gekko’s er gemakkelijk uit kunnen lopen.
Het terrarium moet tochtvrij en goed geventileerd zijn.
Winterrust/winterslaap
De winterrust duurt ongeveer 2 maand. Tijdens deze periode wordt de dagtemperatuur 15-20°C en de nachttemperatuur 10-15°C. De daglengte maak je geleidelijk aan korter tot 8 uur licht per dag. Luipaardgekko’s eten nog een beetje tijdens hun winterrust. Na de winterrust bouwt u alles langzaam weer op.
Verzorgen en hanteren
Luipaardgekko’s gaan niet snel bijten als u ze hanteert, maar als het moet kunnen ze wel erg stevig bijten. Ze houden er niet van om opgetild te worden. Ze kunnen schreeuwende geluiden maken als protest om vastgenomen te worden. Hanteren is alleen nodig bij het verplaatsen van de dieren naar een ander terrarium of bij het schoonmaken van het terrarium. Hoewel sommige dieren er soms wat minder moeite mee hebben om vastgepakt te worden, is het nefast voor de gezondheid van uw gekko om constante temperatuurswisselingen te ondergaan. Temperatuurswisselingen kunnen leiden tot een longontsteking. Als u een luipaardgekko wilt hanteren, ondersteun hem met uw handen. Til een gekko nooit op aan de nek, poten of staart. Het is natuurlijk belangrijk om het terrarium goed schoon te houden. Verwijder dus elke dag de niet opgegeten voedseldieren en de uitwerpselen voor u de gekko’s opnieuw voert. Soms kiezen de gekko’s een vaste plek om hun ontlasting te doen. De bodembedekking moet telkens vervangen worden als ze vies of nat is.
Gedrag
Een luipaardgekko kan gestrest raken door harde en luide geluiden, meer bepaald veel luchttrillingen. Hierdoor zullen ze minder eten. Plaats het terrarium dus op een rustige plek, uit de buurt van speakers en dichtslaande deuren.
Luipaardgekko’s zijn nachtactieve dieren, overdag slapen ze dus. Ze voelen zich veilig in hun schuilplaats. Maak ze overdag niet wakker, en geef ze voldoende rust.
Luipaardgekko’s zijn nachtactieve dieren, overdag slapen ze dus. Ze voelen zich veilig in hun schuilplaats. Maak ze overdag niet wakker, en geef ze voldoende rust.
Voeding
De voeding van luipaardgekko’s bestaat uit krekels, sprinkhanen, meelwormen, andere insecten en kleine zoogdieren. Krekels zijn in verschillende maten te verkrijgen, probeer krekels te voeren die ongeveer zo groot zijn als de bekbreedte van de gekko. Naarmate uw luipaardgekko groeit, moet ook de voeding aangepast worden.
Zorg ervoor dat er ’s nachts een beetje groenten of fruit aanwezig is. Wanneer er te veel krekels in het terrarium zitten, kan het gebeuren dat de krekels ’s nachts van de gekko beginnen te eten. Zorg er dus voor dat de krekels een schaaltje met groenvoer hebben zodat ze daarvan kunnen eten.
Er zijn zowel grote als kleine sprinkhanen te verkrijgen. Ze zijn erg geschikt om te voeren aan luipaardgekko’s. In tegenstelling tot de krekels zullen ze nooit aan uw gekko bijten. Volwassen sprinkhanen zijn te groot om te dienen als voer. De kleinere sprinkhanen passen in de mond van de luipaardgekko en zijn dus beter geschikt. Meelwormen worden ook graag gegeten. Ze bezitten echter weinig voedingswaarde en kunnen dus niet als hoofdvoer gebruikt worden. Een overmaat aan meelwormen kan leiden tot vetzucht en calcium tekorten.
Wasmotten en vooral hun larven zijn een geschikte voeding voor de gekko’s die een periode slecht gegeten hebben of ziek geweest zijn. De wasmotlarven zijn erg rijk in suiker en vet. Volwassen luipaardgekko’s houden ook wel van een stukje rauw vlees of van een baby muisje. Dit mag je maximum 1 keer per week doen. De insecten die u voert aan u gekko koopt u best in een dierenwinkel. Als u ze zelf vangt, is er kans dat ze giftig zijn.
Zorg ervoor dat er ’s nachts een beetje groenten of fruit aanwezig is. Wanneer er te veel krekels in het terrarium zitten, kan het gebeuren dat de krekels ’s nachts van de gekko beginnen te eten. Zorg er dus voor dat de krekels een schaaltje met groenvoer hebben zodat ze daarvan kunnen eten.
Er zijn zowel grote als kleine sprinkhanen te verkrijgen. Ze zijn erg geschikt om te voeren aan luipaardgekko’s. In tegenstelling tot de krekels zullen ze nooit aan uw gekko bijten. Volwassen sprinkhanen zijn te groot om te dienen als voer. De kleinere sprinkhanen passen in de mond van de luipaardgekko en zijn dus beter geschikt. Meelwormen worden ook graag gegeten. Ze bezitten echter weinig voedingswaarde en kunnen dus niet als hoofdvoer gebruikt worden. Een overmaat aan meelwormen kan leiden tot vetzucht en calcium tekorten.
Wasmotten en vooral hun larven zijn een geschikte voeding voor de gekko’s die een periode slecht gegeten hebben of ziek geweest zijn. De wasmotlarven zijn erg rijk in suiker en vet. Volwassen luipaardgekko’s houden ook wel van een stukje rauw vlees of van een baby muisje. Dit mag je maximum 1 keer per week doen. De insecten die u voert aan u gekko koopt u best in een dierenwinkel. Als u ze zelf vangt, is er kans dat ze giftig zijn.
Voortplanting
Na de winterperiode breekt de paartijd aan voor de luipaardgekko’s. Luipaardgekko’s zijn geslachtsrijp vanaf 10 maand.
Het geslachtsdimorfisme bij luipaardgekko's is vrij goed te zien:
Punt B op de foto is de cloaca van de luipaardgekko.
Als u er zeker van bent dat u een mannetje en een vrouwtje hebt, moet ervoor gezorgd worden dat ze voldoende gewicht hebben. Voor de vrouwtjes is dit gewicht minimum 50 gram en voor de mannetjes is dit gewicht minimum 60 gram. De conditie kan behoorlijk achteruit gaan tijdens de kweek daarom is het zeer aan te raden om deze getallen aan te houden. Het kweken kost namelijk erg veel energie, vaak gaan ze minder eten waardoor de dieren gewicht zullen verliezen.
Tijdens het paren kan het er behoorlijk ruig aan toe gaan. Het mannetje zal in het vrouwtje haar nek bijten zodat ze niet kan weglopen tijdens het paren. Vaak zullen er meerdere dekkingen plaats vinden. Eén geslaagde dekking is echter al voldoende voor een heel jaar bevruchte eieren te hebben. Een heftig trillende staart met het bijten naar de vrouwtje is een voorteken van een paring.
Na een geslaagde dekking zullen de eieren ontwikkelen. Het vrouwtje zal haar eieren leggen op een door haar gekozen plek. Bij afwezigheid van een geschikte plek kan er legnood optreden, waaraan het vrouwtje kan bezwijken. Daarom is het belangrijk om een legplek te creëren. U kan dit heel simpel doen door een bak met vochtig Sphagnum mos te plaatsen op een warme plek in het terrarium. Dit soort mos is te krijgen in een dierenspeciaalzaak met een reptielen afdeling. Als de eieren gelegd zijn, kunnen de eieren voorzichtig (zonder ze te draaien) in een bakje vochtig vermiculite of perlite gelegd worden. Het is handig om eerst een deukje te maken in het broedsubstraat en daar de eieren in te leggen. Op deze manier hebben de eieren minder kans om te gaan rollen.
Het uitbroeden van de eieren kan het beste gebeuren in een broedstoof of broedmachine. Zo zijn de temperatuur en de luchtvochtigheid goed te controleren. Met de temperatuur kan ook het geslacht van de jongen bepaald worden. Dit is wel niet 100% te vertrouwen. De eerste drie weken van het broedproces zijn bepalend voor het geslacht. Is de temperatuur in de eerste drie weken hoger geweest dan 29°C, dan is de kans op mannetjes erg groot. Is de temperatuur onder de 28°C gebleven, dan is de kans op vrouwtjes het grootst. Temperaturen boven de 33°C moeten voorkomen worden, omdat dan de "screamers" uit het ei kunnen kruipen. Dit zijn vrouwelijke dieren die zeer veel krijsen en bijten. Deze dieren gaan meestal na een paar maanden dood.
De luchtvochtigheid kan het beste relatief (=in %) gemeten worden. In de broedstoof moet de relatieve luchtvochtigheid (RV) tussen de 80% en 90% blijven. Na ongeveer 50 dagen kunnen de eieren uit komen, maar dit kan ook een paar weken langer duren.
Het geslachtsdimorfisme bij luipaardgekko's is vrij goed te zien:
- Mannelijke exemplaren zijn vaak forser, de kop is grover en ze zijn dominant tegenover anderen. Ze hebben vergrote poriën (foto 1, hieronder) op hun dijbenen en hun anaalschub (A). De mannelijke luipaardgekko’s hebben 2 geslachtsorganen, 1 links en 1 rechts. De geslachtsorganen heten hemipenis, als er over beide organen wordt gesproken spreekt men over hemipenes. De hemipenes liggen verborgen in de staartbasis. Bij een volwassen mannelijke luipaardgekko zijn de hemipenes te zien als 2 bultjes in de staart (zie C).
- Vrouwtjes zijn iets fijner gebouwd en veel toleranter naar andere gekko’s toe. Vrouwtjes (foto 2, hieronder) hebben deze poriën ook maar deze zijn moeilijker te vinden. Bij hen ontbreken de hemipenes bulten.
Punt B op de foto is de cloaca van de luipaardgekko.
Als u er zeker van bent dat u een mannetje en een vrouwtje hebt, moet ervoor gezorgd worden dat ze voldoende gewicht hebben. Voor de vrouwtjes is dit gewicht minimum 50 gram en voor de mannetjes is dit gewicht minimum 60 gram. De conditie kan behoorlijk achteruit gaan tijdens de kweek daarom is het zeer aan te raden om deze getallen aan te houden. Het kweken kost namelijk erg veel energie, vaak gaan ze minder eten waardoor de dieren gewicht zullen verliezen.
Tijdens het paren kan het er behoorlijk ruig aan toe gaan. Het mannetje zal in het vrouwtje haar nek bijten zodat ze niet kan weglopen tijdens het paren. Vaak zullen er meerdere dekkingen plaats vinden. Eén geslaagde dekking is echter al voldoende voor een heel jaar bevruchte eieren te hebben. Een heftig trillende staart met het bijten naar de vrouwtje is een voorteken van een paring.
Na een geslaagde dekking zullen de eieren ontwikkelen. Het vrouwtje zal haar eieren leggen op een door haar gekozen plek. Bij afwezigheid van een geschikte plek kan er legnood optreden, waaraan het vrouwtje kan bezwijken. Daarom is het belangrijk om een legplek te creëren. U kan dit heel simpel doen door een bak met vochtig Sphagnum mos te plaatsen op een warme plek in het terrarium. Dit soort mos is te krijgen in een dierenspeciaalzaak met een reptielen afdeling. Als de eieren gelegd zijn, kunnen de eieren voorzichtig (zonder ze te draaien) in een bakje vochtig vermiculite of perlite gelegd worden. Het is handig om eerst een deukje te maken in het broedsubstraat en daar de eieren in te leggen. Op deze manier hebben de eieren minder kans om te gaan rollen.
Het uitbroeden van de eieren kan het beste gebeuren in een broedstoof of broedmachine. Zo zijn de temperatuur en de luchtvochtigheid goed te controleren. Met de temperatuur kan ook het geslacht van de jongen bepaald worden. Dit is wel niet 100% te vertrouwen. De eerste drie weken van het broedproces zijn bepalend voor het geslacht. Is de temperatuur in de eerste drie weken hoger geweest dan 29°C, dan is de kans op mannetjes erg groot. Is de temperatuur onder de 28°C gebleven, dan is de kans op vrouwtjes het grootst. Temperaturen boven de 33°C moeten voorkomen worden, omdat dan de "screamers" uit het ei kunnen kruipen. Dit zijn vrouwelijke dieren die zeer veel krijsen en bijten. Deze dieren gaan meestal na een paar maanden dood.
De luchtvochtigheid kan het beste relatief (=in %) gemeten worden. In de broedstoof moet de relatieve luchtvochtigheid (RV) tussen de 80% en 90% blijven. Na ongeveer 50 dagen kunnen de eieren uit komen, maar dit kan ook een paar weken langer duren.
Ziekten
Ook een luipaardgekko kan net zoals alle andere dieren ziek worden. Als u twijfels heeft over de gezondheid van uw dier, neemt u best zo snel mogelijk contact op met de dierenarts om hem te behandelen.
Mogelijke symptomen voor ziekten zijn:
Mogelijke symptomen voor ziekten zijn:
- slechte eetlust
- weinig bewegen
- moeilijk ademen
- afwijkende ontlasting
- geen ontlasting
- diarree
- braken
Benodigde ervaring
Voor het houden van een luipaardgekko is er geen specifieke ervaring nodig.